Op 1 januari 2021 zullen alle zonnepaneelinstallaties voorzien zijn van een digitale meter, wat ook het einde van de terugdraaiende teller betekent. Wat zijn de gevolgen hiervan voor jouw portemonnee? Zal jij meer of minder besparen met de komst van de digitale meter? Wij leggen voor je uit.
Terugdraaiende teller
Omdat je panelen overdag meer produceren, wordt er ’s middags meer overtollige energie op het net geïnjecteerd. ’s Ochtends en ’s avonds ligt het verbruik hoger, maar levert je installatie niet voldoende energie. Dan haal je elektriciteit van het net af. Het net wordt dus als een soort van batterij gebruikt. De terugdraaiende teller compenseert de kWh die je van het net haalt gedeeltelijk via de kWh die je op het net injecteert. Zo kan hij ervoor zorgen dat jouw elektriciteitsfactuur op het einde van het jaar zo goed als nul bedraagt.
Digitale meter voor zonnepanelen
Met de digitale meter van de VREG worden de nettarieven berekend op basis van de stroom die consumenten daadwerkelijk van het net afnemen (red. het capaciteitstarief waarbij veroorzakers van stroompieken meer gaan betalen) en vervalt het prosumententarief. Uit simulaties blijkt dat dit voor 60% van de prosumenten voordeliger is. Hoe meer je verbruikt op het moment dat de zonnepanelen elektriciteit opwekken, hoe hoger de zelfconsumptie en hoe voordeliger het nieuwe systeem.